FAQ

  • REDD+ Suriname

    • Wat is REDD+?

      REDD+ is de afkorting voor Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation (vertaald: Verminderen van de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van ontbossing en bos degradatie).

      Het “plus (+)” in REDD+ is een mechanisme gebaseerd op financiële compensatie aan ontwikkelingslanden voor:

      - Duurzaam beheer van bossen (bv. duurzaam houtexploitatie);

      - Beschermen van bossen (bv. natuurreservaten);

      - Verhogen van koolstof opslag in bossen (bv. herbebossing, bosverrijking, bebossing).

      REDD+ is een mechanisme gekoppeld aan duurzame ontwikkeling. Dit mechanisme was ontwikkeld in 2005 door de Verenigde Naties.

    • Wat betekent REDD+ niet?

      REDD+ houdt niet in:

      - Dat er niet (meer) mag worden ontbost

      - Dat er geen mijn activiteiten (meer) mogen plaatsvinden

      - Dat er niet (meer) aan houtkap mag worden gedaan

      - Dat het land niet (verder) mag worden ontsloten

       

      De bovengenoemde kan nogsteeds, maar:

      - Op een duurzame en planmatige wijze

      - Ten voordele van alle stakeholders

      - Voor duurzame ontwikkeling

      - Effect op het milieu moet zo min mogelijk zijn

    • Wat zijn de hoofdactiviteiten van de REDD+ voorbereidingsfase?

      De REDD+ voorbereidingsfase was in juli 2014 geïnitieerd. Volgens het REDD+ Project Document is de einddatum van deze fase gesteld op juni 2017.

      De vier (4) REDD+ elementen welke als onderdeel van de voorbereidingsfase afgerond moet worden, zijn:

      1. Nationale Strategie (NS) of Actie Plan (AP)
      2. Informatiesysteem voor bewakingsfactoren (SIS)
      3. Nationaal bos monitoringssysteem (NFMS)
      4. Referentie niveau voor uitstoot van bossen (FREL/ FRL)
    • Hoe kan de gemiddelde burger beter worden van REDD+?
      REDD+ wordt door Suriname gezien als een van de middelen om te komen tot duurzame ontwikkeling. Dat wil zeggen dat er evenredig rekening wordt gehouden met milieu, sociale en economische doelen bij het formuleren van beleid door de overheid.
    • Waarom planten we niet gewoon meer bomen?

      Wereldwijd meer bomen planten zou inderdaad een impact kunnen hebben op het gezonder maken van de aarde als geheel. REDD+ focust zich echter ook op het behoud van de bomen die er al staan.

      Door middel van internationale programma’s is het de bedoeling om landen die ervoor kiezen om al bestaand bos te beschermen, financieel te compenseren. Die vergoeding is nodig als incentive zodat landen niet in de verleiding komen om te kiezen voor ontbossing ten behoeve van bijvoorbeeld industrie of infrastructuur.

    • Hoeveel geld krijgen we als we niet kappen?

       

       

      Er is geen exact prijskaartje aan verbonden. Sinds het Kyoto-protocol (1997) hebben grote klimaatconferenties ertoe geleid dat veel landen zich ertoe hebben verplicht hun uitstoot te verminderen.
      
      Sinds 2009 zijn er verdere discussies geweest die een beloning hebben geïntroduceerd voor landen die stoppen met kappen of doorgaan met het instandhoudingsbeleid. Het is de bedoeling een fonds op te richten met geld van vervuilende landen. Zogenaamde compensatiefondsen worden uit dit fonds betaald aan landen die duurzaam hun bos beheren en daarmee een dienst aan de wereld verlenen.

      Een succesvolle afronding van de REDD+ voorbereidingsfase moet Suriname instaat stellen om in aanmerking te komen voor financiele middelen.

    • Suriname is het bosrijkste land ter wereld, waarom moeten we bos behouden?

      Suriname is met meer dan 90% regenwoud het groenste land ter wereld. Bovendien is Suriname koolstofdioxide negatief, wat wil zeggen dat we meer koolstofdioxide (CO2) opnemen uit de lucht dan uitstoten. Onze bomen hebben een belangrijke taak bij het opnemen van CO2 uit de lucht. Zolang deze bomen in leven blijven, kan Suriname de wereld blijven voorzien van het opnemen van CO2, zodat de lucht “schoon” blijft. Daarnaast beschermen de bomen ons ook tegen de gevolgen van klimaatverandering. Bomen houden de aarde vast waardoor er geen bodemerosie kan ontstaan en (mangrove)bomen beschermen tegen het oprukkende zeewater.

      Elk land heeft uiteindelijk de keuze om bepaalde delen van haar land toch te ontwikkelen, waardoor er bomen moeten wijken. Suriname kiest ervoor om zoveel mogelijk in balans te zijn. Er moet echter ook economische ontwikkeling zijn om de rest van de wereld economisch bij te kunnen benen. Hierdoor zijn infrastructuur, bouwwerken en houtkap bijvoorbeeld nodig. Aan de andere kant moet er ook ruimte zijn voor sociale behoeftes zoals bijvoorbeeld recreatie in de natuur en een natuurlijke woonomgeving. Bovendien hebben we de factor mens. Niet alleen heeft Suriname nog 197 gemeenschappen die in stamverband leven in het binnenland, ook tal van andere mensen zijn afhankelijk van voedsel en medicijnen uit het bos en de natuur. De Regering voert zoveel mogelijk een beleid om al deze belangen zo goed mogelijk af te wegen en het bos te beschermen waar kan. Het REDD+ programma heeft hierin een richtinggevende rol.

    • Waarom geeft overheid hout en mijnbouw concessies uit als we moeten preserveren?

      REDD+ zegt niet dat er helemaal geen economische of houtkap activiteiten mogen plaatsvinden. Immers is houtkap soms noodzakelijk voor lokale leefwijzen of als bron van bestaan. Het REDD+ programma wordt door Suriname gebruikt als ontwikkelingstool wat wil zeggen dat er bij beslissingen steeds drie belangen worden afgewogen: economische, sociale en natuurbelangen. Houtkap kan dus plaatsvinden als het voldoet aan bepaalde voorwaarden. Samen met belangenorganisaties, de betrokken ministeries, de sector en stakeholders moet hier beleid en monitoring voor ontwikkeld worden. Via het REDD+ programma kan onderzoek over de status quo van het bos en de ontwikkeling van monitoringssystemen gefinancierd worden.

      Door middel van REDD+ kan Suriname haar lange termijn planning maken voor het land en zo afgewogen beslissingen nemen zodat zij het groenste land ter wereld kan blijven. Het REDD+ programma zorgt, door veel interactie met diverse stakeholders, voor een platform waarbij begrip voor tegenstrijdige belangen gecreerd wordt, waardoor er gebalanceerde besluiten genomen kunnen worden in het belang van een duurzame ontwikkeling.

    • Wat betekent ‘we zijn het bos’?

      “We zijn het bos” is de slogan van REDD+ in Suriname. De slogan verwijst naar de eeuwenoude connectie van de inwoners van Suriname met de natuur. Als groenste land ter wereld zijn we omringd met bos. Suriname vormt met meer dan 95% bos een groot deel van de laatste overgebleven regenwouden van de wereld. “We zijn het bos” refereert hieraan en onderstreept meteen het belang van REDD+. Het gaat om ons allemaal, we zijn allemaal betrokken en worden op een of andere manier ‘geraakt’ mochten we niet duurzaam met ons bos omgaan.

      Het bos zit in ons. We ontdekken nog elke dag in het bos, we leven van en in het bos, kortom, we zijn het bos.

    • Moeten we niet gewoon luisteren naar de binnenlandbewoners over hoe om te gaan met het bos?
      De binnenlandbewoners hebben inderdaad veel kennis over het leven in en met het bos. Daarom zijn zij een belangrijk onderdeel in het REDD+ programma in Suriname. Binnenlandbewoners, meestal via vertegenwoordigende organisaties, zijn bijvoorbeeld lid van de Major Groups Collective, hebben een afvaardiging kunnen doen voor de opleiding tot REDD+ assistenten en zijn vertegenwoordigd in de diverse subprojecten binnen het nationaal REDD+ programma.
    • Hoe gaan REDD+ en duurzame ontwikkeling samen?
      Suriname wil REDD+ gebruiken als instrument om duurzaam bosgebruik te bevorderen in het kader van duurzame ontwikkeling. Om dit te bereiken zijn verschillende groepen uit de samenleving, beter bekend als de Major Groups, nodig zoals: boeren en landbouwers, de private sector, vrouwen en vrouwenorganisaties, traditionele leefgemeenschappen, wetenschappers, jongeren en kinderen en lokale autoriteiten.
    • Wat gebeurt met het geld dat Suriname heeft ontvangen?

      Het is nog onduidelijk hoe de financiele zijde van het REDD+ programma er uiteindelijk gaat uitzien. Dit hangt onder andere af van de bijdrages die “vervuilende” landen doen in de opgerichte fondsen van waaruit landen die beschermend bezig zijn, betaald kunnen worden.

      Wat we wel weten, is dat Suriname momenteel 1 van de 10 landen wereldwijd is die in aanmerking zou kunnen komen voor financiele compensatie vanuit dergelijke fondsen. Omdat Suriname bezig is REDD+ principes te hanteren bij het maken van lange termijn beleid. Ook is er meermaals politieke commitment uitgesproken om de status van ‘groenste land ter wereld te behouden’.

      De middelen die Suriname heeft ontvangen om REDD+ ready te zijn worden geinvesteerd in capaciteitsversterking van instituten die moeten gaan monitoren, in het verder uitbreiden van consultatieprocessen met diverse doelgroepen, in het uitbreiden van awareness over REDD+ gerelateerde onderwerpen.

    • Hoe zal de overheid REDD+ inzetten?

      Het REDD+ readiness proces biedt een kans voor de overheid om inspanningen en resultaten op weg naar duurzame ontwikkeling te bundelen. Lerend van ervaringen uit het verleden, werkt REDD+ bevorderend qua openheid, participatie en transparantie, betere gegevensverzameling en -analyse, nationale en multi-sectorale dialoog en samenwerking.

      De belangrijkste succesfactoren voor deze fase van REDD+ zijn ondersteunend aan de inspanningen van de overheid en de strategie van de Verenigde Naties om meer inclusieve, eerlijke, goed geïnformeerde en robuuste, klimaat-compatibel en duurzame ontwikkeling te bevorderen. Er is duidelijk win-win potentieel in Suriname tussen REDD+ en het algemene ontwikkelingsproces.

      Dus, REDD+ kan worden gezien als een hulpmiddel ter ondersteuning en bevordering van de nationale dialoog met inheemse en in stamverband wonende volkeren, ter versterking van de beleving van democratie, doeltreffendheid en verantwoording, governance, wetgeving en het ondernemingsklimaat, het bespoedigen van decentralisatie en om diplomatieke positionering te verbeteren.

    • Wie zijn de relevante stakeholders van het REDD+ project?

      Ministeries, Overheid, Vrouwen, Kinderen en Jeugd, Inheemse en Tribale volkeren, Niet Gouvernementele Organisaties, Lokale Autoriteiten, Arbeiders en Vakorganisaties, Business en Industrie, Wetenschap en Technologie, Landarbeiders, Houtkap en Mijnbouwbedrijven, Kennisinstituten.